Telmerk 0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin: blz. 312-313 ("Merk"), 455 ("Telmerk")

- Janse, H., Houten kappen in Nederland, 1000 - 1940. Deel in de serie 'Bouwtechniek in Nederland', nr 2. Delft (Delftse Universitaire Pers), Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 1989. [413 blz. ISBN 90.6275.549.6]. Hierin: blz. 28-62

- Zippelius, Adelhart, Das Bauernhaus am unteren Deutschen Niederrhein. Deel in de serie 'Werken und Wohnen. Volkskundliche Untersuchungen im Rheinland', nr 1. Wuppertal (Martini & Grüttefien [206 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 33 ("Das Gespärre in der Kate vom Baumannshof (Warbeyen) zeigt hingegen sehr deutlich, dass eine wesentlich engere Sparrenfolge in der Tat als jüngere Ercheinung gewertet muss (Fig. 15b). Schon die Anordnung der Rähme ohne abgezimmerte Stösse nur durch einfaches Übereinanderlegen, vor allem aber die in den Sparren des älteren Gebäudeteiles eingeschnittenen Zimmerungsmarken I-VIII in der Reihenfolge vom alten Stallgiebl zum Wohngiebel, erweisen die spätere Erweiterung der Stallzone". In de genoemde tekening, op blz. 31, zijn in de doorsnede de telmerken aangegeven)

- Kooij, Ben, "Stadhuis Venlo, de kappen". In: Nieuws­brief Stichting Bouwhis­torie Nederland [ISBN -], 10-2002 [nr 31], blz. 28-29 (met overzicht telmerken)

- Eggen, Coen, Vakwerkbouw in Limburg. Weert (M & P), 1989. [119 blz. ISBN 90.6486.064.5]. Hierin "Telmerken": blz. 38-42

- Tussenbroek, Gabri van, "Geheimschrift in oude constructies. Amsterdam en de internationale houthandel in de 17de en 18de eeuw". In: Nieuwsbrief Stichting Bouwhistorie Nederland [ISSN 1872.602.X], 11-2008 [nr 45], blz. 37-51. Hierin o.a.: blz. 38  ("Dat er merktekens op hout staan is in bouwhistorische kringen al lang geen nieuws meer. In 1866 werd tijdens de restauratie van de Munsterkerk van Roermond opgemerkt dat er telmerken op de houten onderdelen stonden3. J. Beckering Vinckers kwam in 1931 tot dezelfde conclusie, toen hij onderzoek deed naar de Zaltbommelse Sint-Maartenskerk4 en Herman Janse maakte het fenomeen telmerk en andere merken in bredere kring bekend, nadat hij ze in 1957 op eigen houtje in de kappen van de Amsterdamse Oude Kerk had ontdekt5. [...]")

- Vries, Dirk J. de, "Kapconstructies uit de 18de eeuw: stilstand of vernieuwing?". In: Bulletin KNOB [ISSN: 0166.0470], 2008 [jrg 107, nr 5 & 6], blz. 224-232. Hierin: blz. 224  ("Hoewel nog niet systematisch in heel Nederland onderzocht, bestaat de indruk dat in de 18de eeuw de traditionele, zichtbaar blijvende telmerken komen te vervallen. In de 17de eeuw werden daartegen nog volop de zogenoemde gehakte telmerken toegepast. Onderscheid tussen de linker en rechter zijde van de constructie maakte men door verschillende beitels te gebruiken. Omdat we deze merken meestal niet meer aantreffen op 18de-eeuwse constructies, dienen zich vragen aan: ging men over op een andere wijze van nummeren - mer verwijderbaar krijt of iets dergelijk? Is de nummering misschien onzichtbaar in de verbinding aangebracht? Ging men over op een andere manier van werken/prefabriceren van de constructie waarbij nummeren overbodig werd?" - dit is de relevante tekst volledig)

- Sipman, Anton, Molenbouw. Zutphen, 1975, blz. 218